Van 9 tot 23 augustus 2018 verkennen we de mooiste boeddhistische tempels en paleizen, bezoeken oude hoofdsteden, leren etnische minderheden kennen, wandelen over markten, fietsen langs rijstvelden, rijden per olifant door het regenwoud en raften op een traag kabbelende rivier. De ideale kennismaking met Thailand op deze 15 daagse rondreis Thai Rama van Anders dan Anders. We starten in Bangkok en trekken noordwaarts via Damnoen Saduak naar Ayutthaya, Sukhothai en Chang Rai tot helemaal in het noorden naar de Gouden Driehoek. Daarna gaat het naar Tha Ton en Chang Mai. Tenslotte doen we nog een 4 daagse Padoung expeditie in Mae Hong Son en omgeving.
Fotoreportages
Video’s
Reisverslag
Vervolgens zoeken we ons reisgezelschap op aan de afgesproken plaats. We zijn met 10 en dus een ideale kleine groep. We maken kort kennis met Karel en Evy, Luc en Marleen, Etienne en Anne, Luc en Maddy. We gaan samen inchecken aan rij 7 van Thai Air. Alles verloopt vlot en even later zeilen we door de automatische paspoortcontrole en veiligheidscontrole. Ruim een uur voor het instappen zitten we aan de gate.
De grote Airbus A350-900 staat reeds klaar op de tarmac en om 12u50 begint het instappen. We zitten op rij 37 in de achterste helft en kunnen pas als laatste groep instappen. Het vliegtuig zit goed vol. Uiteindelijk vertrekken we met een 20 tal minuten vertraging.
Na ruim een uur vliegen wordt het middagmaal geserveerd; keuze tussen Goulash of Kip. Wat kanik zeggen : typische vliegtuigkost, maar als je honger hebt smaakt alles. Vervolgens houden we ons bezig met het entertainment systeem en pikken een filmpje mee. Mijn keuze valt op A Quiet Place, een SciFi Horror film. Viel best mee. Na een uur of 5 vliegen wordt het vliegtuig verduisterd en gaan we de nachtmodus in. De meesten proberen wat te slapen …
Rond 5u50 plaatselijke tijd (5 uur vroeger dan in België) landen we in Bangkok. We wandelen een heel eind naar de paspoortcontrole. Wij moeten inderhaast nog een immigratie document invullen; de anderen van onze groep hebben dit blijkbaar reeds op het vliegtuig gedaan. De wachtrijen zijn ellenlang en we geraken pas door de controle rond 7u30. We komen als laatste aan de bagageband waar onze medereizigers reeds onze valiezen hebben klaargezet. Thanks gasten 🙂
Daarna gaan we naar de uitgang en ontmoeten onze Nederlandstalige gids Manu en onze Thaise gids Wit. Na een hartelijke begroeting en een Phuang Malai (geurige jasmijn bloemenkrans) als welkomstgeschenk lopen we naar de bus en vertrekken in het drukke verkeer naar het Chatrium Riverside Hotel. Onderweg vertelt Manu reeds heel wat praktische info over het verdere verloop van de reis. In het hotel worden we verwelkomd met een drankje. We krijgen ondertussen onze sleutels en de wifi codes en gaan vervolgens nog genieten van een koffie en een croissantje.
Daarna trekken we naar de kamer waar onze koffers reeds staan te wachten. We hebben een prachtig uitzicht op de Chao Praya (Koningsrivier) en omgeving. We nemen een verfrissende douche en doen daarna een vroege siësta om wat verloren slaap in te halen. Om 12u30 gaan we naar het restaurant voor de lunch. We krijgen spring rolls als voorgerecht, rijst met gewokte groentjes, varkensreepjes en gefrituurde vis. Vers fruit als nagerecht gevolgd door koffie of thee. Heel lekker.
Om 14u starten we onze verkenning van Bangkok. We verplaatsen ons hiervoor per boot op de Koningsrivier. We bewonderen de moderne skyline van Bangkok en varen vervolgens door de schilderachtige klongs van Thon Buri met zijn vele nauwe kanaaltjes. We zien er nog een aantal vrouwtjes op hun platbodembootjes die hun
groenten en fruit proberen te verkopen. Langs de kades liggen hier en daar grote water varanen te zonnen. Lelijke beesten en ook niet ongevaarlijk volgens de gids. Dan krijgen we elke een stuk oud brood om in de rivier te gooien. We worden prompt getrakteerd op een douche door de vele katvissen die zich verdringen om het onverwachte voedsel.
We varen vervolgens naar Chinatown en zetten nu te voet onze tocht verder door smalle drukke steegjes waar allerhande spullen alsook voedsel wordt verkocht. We komen ook een kraampje tegen waar allerhande geroosterde insecten en zelfs schorpioenen worden aangeboden. Niemand waagt het om dit te proberen, Wit geeft nochtans het voorbeeld. We wandelen verder richting Wat Traimit om de Gouden Boeddha te bekijken, maar die is vandaag uitzonderlijk gesloten omdat de prinses die ging bezoeken. Dat wordt dan maar morgen in het programma ingepast.
We vertrekken terug naar ons hotel per boot. We verfrissen ons en tegen 19u gaan we naar het restaurant voor het diner. Eerst wisselen we nog wat geld aan de receptie en drinken een halve liter Singha bier, de eerste van vele. Daarna schuiven we aan voor het diner in buffet. Er is een overvloed van keuze. Een zeurpiet die hier zijn gading niet vindt. Nadat we voldaan zijn trekken we ons terug op de kamer. We zijn moe en moeten dringend wat slaap inhalen.
Onze eerste stop brengt ons naar de Wat Traimit die we gisteren niet konden bezoeken wegens gesloten. Hier wisselen we eerst nog onze euro’s om in Baht; we moeten immers nog onze 4 daagse Padoung expeditie vereffenen vandaag. Blijkbaar heb je hiervoor je reispas nodig. De meesten hebben die echter in de kluis van het hotel liggen. Gelukkig kunnen we de reispas van Luc en Maddy even lenen om onze euro’s te wisselen. Daarna kunnen we de tempel met de imposante zittende gouden Boeddha bezoeken. Maar eerst trekken we onze schoenen uit, dat zal vandaag niet de laatste keer zijn. Het beeld is 4 m hoog, gemaakt van massief goud en weegt 5 ton. Het was oorspronkelijk bedekt met gips om het te verbergen voor Birmaanse plunderaars. Tijdens het transport viel het van de hijskraan, brak het gips en kwam het gouden beeld tevoorschijn.
We wandelen vervolgens naar het Koninklijk Paleis, het meest sprookjesachtige tempelcomplex van Zuidoost-Azië. Het werd gebouwd vanaf 1783 bij de stichting van de nieuwe hoofdstad. Binnen het 1900 m ommuurde complex vinden we de Wat Phra Kaew tempel met de groene Smaragden Boeddha, een stenen maquette van de Angkor Wat van Cambodja en de vele gouden pagodes en kleurrijke prang koepels. Het eigenlijke Paleis heeft verschillende bouwstijlen die tot een harmonieus geheel zijn samengebracht.
Ondertussen is het middag geworden en we varen terug naar de overkant naar het Mandarin Oriental Hotel voor de lunch. We zitten met zijn allen aan een lange lage tafel op kussens met onze benen in een put, wat voor de nodige hilariteit zorgt bij het in- en uitstappen. We proeven er de wereldberoemde Tom yam kung (garnaalsoep met champignons, galangal, citroengras en koriander). Volgens de gids is die slechts licht pikant. Nu ja, smaken verschillen. De soep was heel lekker maar toch best pikant. Het buffet is heerlijk uitgebreid en er is voor dessert zelfs Khao niao mamuang (kleefrijst met verse mango en kokosmelk).
We vertrekken naar de Wat Arun, Tempel van de Dageraad. De lucht wordt dreigend en even later begint het te regenen. Deze tempel met zijn typische maiskolfvorm is volledig versierd met keramiek afval, die vroeger werd gebruikt als ballast door de schepen van de VOC (Vereniging van de Oost-Indische Compagnie). Het gebouw heeft geen tempel binnenin en we schuilen wat onder een afdakje tot de ergste regen voorbij is.
We nemen de overzetboot (‘schoenendoos’ volgens de gids) voor 4 Baht naar de overkant voor het laatste bezoek van de dag : de Wat Pho. Deze tempel heeft een enorme liggende Boeddha van 46 m lang die het ganse gebouw vult. Het beeld is indrukwekkend en volledig bedekt met bladgoud. Het is er heel druk en we moeten drummen om aan zijn voeten een foto van het gehele beeld te kunnen nemen. Deze tempel is het centrum voor traditionele geneeskunst en je kan hier een opleiding volgen aan het beroemde Massage instituut. In het Medicijn paviljoen zien we op stenen platen de massagepunten van het menselijk lichaam afgebeeld.
We keren tegen 17u30 terug naar het hotel en maken ons klaar voor het buffet diner om 19u. Nog steeds dezelfde goede kwaliteit en diversiteit als gisteren met de mogelijkheid om een selectie van andere gerechten te proberen. Dat smaakt. Daarna trekken we ons terug naar onze kamer. Morgen worden we om 6u15 gewekt en vertrekken we om 7u30 per bus naar Ayutthaya.
We zijn aangekomen aan de opstapplaats waar we nog even wachten op de komst van de longtail boten. Even later stappen we per 6 in zo’n boot en dan gaat het met een rotvaart doorheen een doolhof van smalle kanaaltjes naar de Damnoen Saduak drijvende markt. Spectaculair !
Daar aangekomen is er een lange file om aan te meren. Er wordt gedrumd en voorbijgestoken maar uiteindelijk geraken we toch van boord. Het is één toeristisch gedoe met vele souvenir standjes en één enkel kanaal waarop wat bootjes liggen volgestouwd met exotische vruchten, groenten, vis, vlees en bloemen. We ontvluchten algauw die hectische drukte om een koffie te gaan drinken bij ‘Lucy Liu’ op aanraden van Manu. Door de vele Belgische en Nederlandse toeristen hebben ze hier in de loop der jaren heel wat slogans opgepikt. We worden vriendelijk gestalkt door een dame die ons een Boeddha beeldje probeert te verkopen ‘goedkoper dan de Hema’. We laten ons niet verleiden.
We rijden nu met de bus verder naar Nakhon Pathom waar we de Wat Phra Pathom Chedi bezoeken. De 120 m hoge klokvormige Chedi is het hoogste Boeddhistische monument ter wereld en bevat een staande Boeddha. Het is tevens het belangrijkste pelgrimsoord van Thailand.
We rijden verder. Wit heeft fruit gekocht op de markt : pitaya (drakenfruit), longan, mangistan, durian, mango, lychee. We krijgen deskundige uitleg en kunnen ook proeven. Dan is het tijd voor de lunch in een lokaal restaurant. We drinken er een Leo bier, één van de drie gekende lokale bieren (naast Singha en Chang). Er is terug de beroemde garnaalsoep Tom yam kung, die hier heel wat minder pikant is dan gisteren. Verder is er nog de obligate rijst, gefrituurde vis, varkensreepjes, gevulde omelet, kip curry en gewokte groentjes. Allemaal heel lekker. Tenslotte krijgen we als dessert nog allerlei fruit die we nu reeds kennen van de les op de bus.
We vertrekken naar onze volgende bestemming. Maar eerst doen we een zalige siësta op de bus. Daarna geeft Manu ons een uitgebreid overzicht van de verschillende volkeren en veranderende koninkrijken in deze regio door de eeuwen heen. We naderen nu de 14de eeuwse hoofdstad Ayutthaya met zijn vele tempels. We stoppen aan de Wat Panang Choeng waar we het imposante zittende Boeddhabeeld bewonderen. In de tempel staan verder nog duizenden kleine Boeddhabeeldjes in diverse nissen in de muren.
Verder bezoeken we ook de Wat Yai Chai Mongkhon (Tempel van de Overwinning) met zijn Khmer bouwstijl. Langs de trap naar de chedi zien we 2 zittende Boeddha’s en wat verder zien we een grote liggende Boeddha.
We rijden verder naar het hotel waar we inchecken en ons verfrissen. Om 19u30 gaan we dineren. Het is vandaag Moederdag (verjaardag van de koningin Moeder) en dat is te merken aan de vele blauwe versieringen. Er is zelfs vuurwerk maar we zijn te laat voor een foto. Het diner is in buffet vorm en er is terug een uitgebreide keus. Lekker, heel lekker. Na het eten gaan we terug naar boven; ik vergeet mijn blauwe trui natuurlijk in het restaurant 🙁 Ik ga terug naar beneden op zoek en kom Karel, Evy, Luc en Marleen tegen. Die vertellen mij dat Maddy mijn trui heeft meegenomen. Bedankt Maddy 🙂
Hotel : Kantary Hotel – Ayutthaya
Onze eerste stop is het uitgestrekte ruïnecomplex van de Wat Phra Sri Sanphet. We wandelen langs 3 majestueuze graftempels, die de as bevatten van 3 opeenvolgende koningen. Ernaast liggen de overblijfselen van de koningstempel, herkenbaar aan de dubbele hoekstenen. Tot het begin van de 20ste eeuw was het complex overwoekerd door vegetatie, en werd sindsdien gedeeltelijk gerestaureerd.
We verlaten Ayutthaya en rijden naar Saraburi. Daar bezoeken we het boeddhistische klooster Wat Tham Krabok. Hier worden voornamelijk Thaise drugsverslaafden op een nogal onorthodoxe wijze gedetoxt. De Thudong monniken behandelen hen met een unieke combinatie van kruidentherapie en meditatie. We krijgen uitleg van enkele Engelse monniken (voorheen verslaafden) over het ontstaan van deze plaats en therapie. Daarna wonen we ook een sessie bij die de nieuwe verslaafden (in het wit gekleed) gedurende hun eerste week moeten doorstaan. Ze krijgen het fameuze kruidenmengsel toegediend, drinken vervolgens veel water en moeten daarna geweldig gaan overgeven. Hierdoor worden de slechte stoffen uit hun lichaam verwijderd. Ze worden hierbij geholpen door de al wat gevorderde verslaafden (in het rood gekleed). Het slaagpercentage van deze behandeling is hoger dan 90%. Na hun ontwenning wordt van de patiënten verwacht dat ze ieder jaar een handgeschreven brief opsturen met een recente foto, zodat de monniken kunnen evalueren hoe het met hen gesteld is. Opmerkelijk was ook het getuigenis van een Nieuw-Zeelandse patiënt die hier nu terug was voor een maand als dank voor zijn genezing. We bezoeken vervolgens nog de enorme lava Boeddhabeelden in het complex en nemen afscheid van de monniken met een envelop met onze giften voor hun nuttige werk.
We rijden nu een stukje verder naar de Wat Phra Phuttabath, één van de 6 koninklijke tempels van het land. In de tempel zien we een grote voetafdruk van Boeddha, waar veel geld en bladgoud wordt geofferd. Het heiligdom wordt bereikt via een 3 dubbele trap versierd met prachtige 7 koppige draken.
Daarna gaan we lunchen in een hotel annex brouwerij waar we bij ons buffet een Leo apenbiertje drinken. Best wel lekker. Het eten is zoals gewoonlijk dik in orde. Daarna zetten we onze weg verder naar Lopburi dat volledig is ingenomen door duizenden apen. Ieder jaar in augustus wordt er een apenbuffet gehouden voor deze dieren, gesponsord door de plaatselijke bevolking.
We rijden nu verder langs onmetelijke rijstvelden richting Sukhothai. Om ons te entertainen geeft Wit ons uitleg over de Thaise taal, meer bepaald de klinkers en medeklinkers. Dit lokt heel wat hilarische reacties uit in de bus. Manu neemt dan over en legt uit hoe de Thaise gesproken taal in elkaar steekt. Redelijk eenvoudig maar het schrift daarentegen is aartsmoeilijk. We stoppen onderweg nog even om de benen te strekken en een plasje te doen. We kopen ons een lekkere Magnum Classic in de 7-Eleven.
We komen rond 18u30 aan in het hotel, we krijgen de bagagelabels en ons kamernummer. De sleutel zit reeds in de kamer om de airco te laten werken. We nemen rap een douche. We trekken naar de bar voor een Singha bier. De wifi verbinding is heel slecht en werkt slechts sporadisch.
Plots begint het te stortregenen. We gaan aan tafel en het eten wordt aangebracht door het personeel onder paraplu’s. Wel een gek gezicht. De bediening is nogal chaotisch. We krijgen eerst frieten met kippenballetjes (voorgerecht ?). Vervolgens komt de kokossoep. Daarna volgen diverse schotels met kip, gehakt, gewokte groentjes. Pas een hele tijd later komt onze rijst. Tijdens het eten is er Thaise muziek en dans. Rond 21u houden we het voor bekeken en gaan naar onze kamer. Morgen moeten we terug vroeg vertrekken voor de koninginnenrit naar Chang Rai.
Hotel : The Legendha Hotel – Sukhothai
Om 8u vertrekken we voor een 5 min durende rit naar het historisch park van Sukhothai, dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat. De 13de eeuwse hoofdstad ontstond als een mengeling van Khmer-, Srivijiaya- en Sri Lanka stijlen en is een van de best bewaarde en populairste bezienswaardigheden van Thailand. We pikken onze fiets op en rijden gezamenlijk het park binnen.
Onze eerste stop is aan de Wat Mahathat. We kunnen een mooie foto van de tempel nemen met een prachtige reflectie in de vijver ervoor. We springen terug op onze fiets en rijden verder naar de ingang van dit tempelcomplex, dat het spirituele centrum van het koninkrijk was . We vinden er grote staande Phra Attharot Boeddhabeelden, een aantal zittende Boeddhabeelden, de klassieke Lotusknop-chedi in het centrum en een grote gelaagde bakstenen chedi met een vierkant voetstuk.
Onze volgende stop is de Wat Si Sawai, die van oorsprong een Hindoeïstische tempel was met zijn 3 prangs in typische Khmerstijl. Het gebouw ernaast was de ‘biblioheek’ waar de boeddhistische geschriften op palmbladeren werden bewaard.
We fietsen verder naar de Wat Sa Si met zijn zittende koperen Boeddha. We nemen een mooie foto vanop het brugje voor het complex.
Tenslotte fietsen we nog naar het indrukwekkende monument van koning Ramkamhaeng de Grote die het Thaise geschrift heeft verfijnd. Op dit monument staat een replica van de Rosetta steen met alle Thaise lettertekens.
We leveren onze fiets terug in en rijden met de bus even verder naar de Wat Si Chum, waar een enorme zittende Boeddha door een nauwe opening naar het oosten kijkt (Alle Boeddhabeelden kijken steeds naar het oosten). Deze heeft een vergulde rechterhand.
Dan is het tijd voor de lunch. Dit keer in een lokaal restaurant aan de Yon rivier waar we weeral een lekkere Thaise maaltijd geserveerd krijgen en een heerlijk koele Chang bier. Rond 13u vertrekken we dan richting Chang Rai voor de laatste 276 km van onze koninginnenrit. Er volgt een eerste stop rond 14u30. Tijd voor een plaspauze en een lekkere Magnum Classic van de 7-Eleven. De zegelkes zijn weer voor onze Wit, die aan het sparen is voor een nieuwe rugzak. We vervolgens onze weg langs eindeloze rijstvelden aan beide zijden van de weg.
Rond 17u volgt nog een langere stop in Phayao gelegen aan het grootste zoetwatermeer van Thailand. Na de obligate plaspauze slenteren we langs het fotogenieke meer. Politieagenten houden prompt alle verkeer tegen als we ook maar aanstalten maken om de weg over te steken. We drinken nog een stevige espresso en vangen dan de resterende 90 km naar Chang Rai, de hoofdstad van de Gouden Driehoek aan.
We komen om 19u aan in het volledig vernieuwde Dussit Island Resort, dat voortaan The Riverie heet. We verfrissen ons en surfen nog even met de nu deftige wifi verbinding. Om 20u gaan we naar beneden voor het diner dat dit keer westers is. We krijgen een garnaal- en mossel salaadje, tomatensoep, een perfect gebakken steak en als afsluiter vanille ijs met een warme chocolade crumble. Heel lekker ! Daarna nemen we afscheid van de groep; morgen is er weer een druk programma dat start om 8u.
We vertrekken met onze bus naar Doi Tung. Voor de aanvang van de beklimming stappen we over in 2 minibusjes die de kronkelige en steile beklimming van de berg beter aankunnen dan onze grote bus. Na een half uurtje klimwerk komen we aan bij de Doi Tung Royal Villa, het buitenverblijf van de prinses-moeder (moeder van de onlangs overleden geliefde koning Bhumibol). Deze is omringd door prachtige tuinen met vele westerse bloemensoorten die hier uitstekend gedijen in het wat koelere microklimaat van de berg. Bloemen waren één van de grote passies van de prinses-moeder die ze tijdens haar reizen in Europa heeft opgepikt. Een aantal medereizigers moeten voor het bezoek wat meer bedekkende Thaise kleren aantrekken, wat leidt tot de nodige hilariteit. We leren via het multimedia systeem heel wat over de prinses-moeder en haar betrokkenheid om de arme bergvolkeren een alternatief te geven voor het kweken van opium, wat ook grotendeels gelukt is hier in Noord Thailand. Heel leerrijk !
We rijden vervolgens met de minibusjes verder naar de Wat Phrathat Doi Tung, vanwaar we normaal bij helder weer een prachtig uitzicht hebben op Myanmar en Thailand. Er is vandaag echter teveel mist. Deze tempel bevat veel vlaggen; Doi Tung betekent namelijk vlaggenstok. Phrathat betekent dat deze tempel een relikwie van Boeddha bevat, in dit geval een deel van zijn sleutelbeenderen.
Daarna dalen we af en rijden met onze normale bus verder naar het drielandenpunt, waar Thailand, Myanmar en Laos elkaar langs de brede Mekong rivier ontmoeten. We gaan lunchen in de Imperial Golden Triangle Resort. We zitten op het terras met een prachtig uitzicht op de Mekong en genieten van een verzorgd buffet.
Daarna nemen we de bus naar het befaamde Hall of Opium museum. Hier wordt op een boeiende manier de geschiedenis verteld van de opium productie en de gevolgen ervan in de Gouden Driehoek. De papaver is vreemd genoeg vanuit het Westen via de zijderoute oostwaarts verspreid. De streek van Myanmar, Laos en Noord Thailand leende zich uitermate goed voor de opiumproductie door zijn geografie, klimaat en de arme bergvolkeren. Onder impuls van de koninklijke familie is deze in Thailand nagenoeg verdwenen door het opzetten van gezondheidszorg, onderwijs en alternatieve gewassen voor de lokale bergvolkeren.
We rijden nu naar de Mekong rivier waar we per 4 plaatsnemen in een Thaise longtail speedboot. We racen langs het schiereiland van Myanmar met een groot casino, vervolgens langs de oever van Laos met zijn casino en grote hotels in opbouw. Die worden gesponsord door de Chinezen die jammer genoeg ook de opbrengsten in eigen zak steken. Dan keren we terug langs de Thaise oever waar we wat vissershutjes passeren. Een spectaculaire boottocht, waarvan we niet helemaal droog terug aan land komen. De tegeltjes met onze foto in de boot laten we links liggen. We kuieren nog wat rond aan de vele souvenir stalletjes alvorens we terugkeren naar het hotel.
We komen daar aan om 17u45 en hebben ruim de tijd om nog wat te relaxen voor het diner van 19u30. We drinken eerst nog een Singha als aperitief en genieten vervolgens van het heerlijke buffet. Rond 21u trekken we ons terug voor de nacht. We kijken TV en internetten nog wat via de uitstekende wifi. Morgen reizen we door naar onze volgende bestemming Tha Ton en bezoeken een reeks etnische minderheden.
Wij vertrekken om 8u en stoppen enkele ogenblikken later aan het standbeeld van koning Mangrai, de eerste koning van Lana (Noord Thailand) met als hoofdstad Chang Rai. We raken er meteen bevriend met een stel verpleegsters uit Nonthaburi. Bernard speelt gewillig gelegenheidsfotograaf voor de groep. Daarna rijden we een stukje verder naar een lokaal marktje, waar we wat inkopen doen voor ons bezoek aan de etnische minderheden. We kopen wat ballonnen voor de klein mannen.
We rijden verder naar Tha Ton langs prachtige bergstreken en brengen een bezoek aan de Akha, een van oorsprong Tibetaanse bergstam. Het dorp is nagenoeg leeg op enkele jonge mannen die zakken mais uit de velden naar het dorp beneden brengen met hun brommers. We zien er ook nog enkele oude vrouwen en jonge moeders met hun baby. We geraken niet veel van onze spullen kwijt. We wandelen wat door het dorp, langs de poort die de kwade geesten moet buiten houden en de oude schommel die gebruikt wordt als vruchtbaarheidsritueel. Die is echter dringend aan herstelling toe.
We puffen te voet de steile betonnen weg naar boven en rijden verder richting Tha Ton. Onderweg maken we nog even een fotostop van de rijstvelden en hun indrukwekkend irrigatiesysteem. In Tha Ton brengen we eerst een bezoekje aan de Boeddhistische tempel Wat Thaton, waar de abt een opvallende gelijkenis vertoont met wijlen Jean-Luc Dehaene. Vanaf het balkon hebben we een prachtig zicht op de rivier Kok en zijn omgeving.
Daarna gaan we lunchen in de Maekok River Village Resort, ons hotel voor de nacht. Er is lekkere Thaise noedelsoep met balletjes, die we met de bijgeleverde stokjes met wisselend succes proberen te verorberen. Daarna volgt de obligate rijst, spring rolls, varkensreepjes, gewokte groentjes, gefrituurde vis en kip curry. Alles weggespoeld met een koel Singha biertje. Lekker.
Vervolgens rijden we met onze bus naar de ringweg en stappen over in 2 pick-up taxi’s. Onze eerste halte is de nederzetting van de zilveren Palaung, een uit Myanmar afkomstig bergvolk. De vrouwen dragen opvallend kleurige gestreepte sarongs met zwarte katoenen bundels en een zilveren gordel. We maken een wandeling door hun uitgestrekte dorp. We komen als maar meer volk met kindjes tegen en geraken al vlug door onze voorraad snoepjes, zeepjes en ballonnen heen. We komen boven nog een gehandicapte vrouw tegen die ons voortdurend wil knuffelen en ons terug begeleid naar onze pick-ups waar we hartelijk afscheid nemen.
We rijden een kwartiertje verder naar de zwarte Lahu. Die is makkelijk te herkennen aan hun typische zwarte kledij. We worden algauw omstuwd door een groep jongeren die ons steeds terug snoepjes vragen, sommigen zelfs nogal brutaal. Het is er heel druk want het is oogstfeest en niemand is aan het werk. De meeste families zitten op het terras voor hun huisje eten klaar te maken of te keuvelen. Er scharrelen kippen met kuikentjes tussen de hutten alsook kleine biggetjes, sommige waarschijnlijk slechts enkele dagen oud. Bovenaan het dorp hebben we een prachtig uitzicht en kunnen enkele mooie panorama foto’s nemen. Daarna keren we op het gemak terug naar onze pick-ups waar we nog in gesprek geraken met 2 jonge leraressen Engels. Blijkbaar is hun kennis van het Engels toch niet zo goed om tot een zinnige conversatie te komen.
We keren terug naar de parking, stappen terug in onze gewone bus en rijden naar het hotel. Daar krijgen we onze sleutel en kunnen ons verfrissen. Het diner is om 19u30 maar we gaan eerst nog een aperitief drinken aan de bar aan het water. De muggen zijn echter ook van de partij. Daarna genieten we weeral van een uitstekende Thaise maaltijd. Rond 21u trekken we ons terug voor de nacht. Morgen moeten we vroeg op, we vertrekken een half uurtje vroeger om 7u30 naar Chang Mai.
We gaan tegen 6u30 naar het restaurant voor het ontbijt. De keuze is wat beperkt maar de koffie is heel straf en dat is nodig. We krijgen een heerlijke omelet geserveerd en de toost met mango confituur is subliem.
Om 7u30 vertrekken we met de bus en tegen 10u komen we aan in het olifantenkamp van Chiang Dao. We maken er kennis met het grootste zoogdier van Zuidoost-Azië. We mogen ze bananen voederen, zien hoe ze door hun verzorgers in de rivier gebaad worden. Daarna volgt een interessante demonstratie van de taken die deze werkolifanten in de teakwouden moeten doen. Er is ook een speelse noot zoals het opruimen van zwerfvuil, het hijsen en neerhalen van de vlag en het maken van een schilderij.
Daarna volgt het hoogtepunt : een uur durende rit op een olifant. De trage, schommelende gang van het dieren en de stilte van het ons langs alle kanten omringende dichte regenwoud brengen ons allen tot rust. Enkel het tikken van de bamboe klokken van de dieren verstoren de stilte. Indrukwekkend ! Bij het terugkeren naar het kamp waden we gracieus door de rivier.
Daarna hebben we nog een aangename bamboe rafting op de rustige Ping rivier. Weerom glijden we op onze 3 bamboevlotten geruisloos langs het dichte teakwoud. Af en toe is er een lichte stroomversnelling waar de rivier wat smaller is. We gaan terug aan land en stappen op de bus voor een korte rit naar een lokaal restaurant. Dit keer krijgen we een zeer milde groentesoep met tofu. Daarna terug rijst met zes verschillende groenten- en vleesgerechten. Vooral de gefrituurde kip was uitstekend. Tenslotte nog fruit als dessert. Lekker.
We rijden verder naar Chang Mai en passeren algauw de oude stad met zijn stadsgrachten en omwalling, die deels gerestaureerd is. We komen vroeg aan in het hotel Le Meridien. We nemen hartelijk afscheid van de buschauffeur die ons veilig vanuit Bangkok tot hier heeft vervoerd. Altijd attent met een propere bus, een snoepje of een verfrissend doekje. Chapeau ! We krijgen onze sleutel en gaan naar boven naar onze luxueuze kamer, toch wel een contrast met het vorige hotel.
Een deel van onze groep heeft de Thaise massage geboekt (800 Baht) en staat om 16u klaar aan de ingang. Wij geven forfait en gaan het buitenzwembad op de 4de verdieping even uitproberen. Het water is wat fris, maar het uitzicht is prachtig. Na een uurtje houden we het voor bekeken en keren terug naar de kamer. We maken onze valies klaar voor de 4daagse Padoung expeditie naar Mae Hong Son. De vuile was blijft achter; we komen hier immers terug op dinsdag. Daarna is het tijd voor een siësta.
We gaan tegen 19u verzamelen we voor het diner. We horen de belevenissen van de Thaise massage. De resultaten zijn niet onverdeeld positief. Maddy en Marleen waren niet echt content en hadden pijn tijdens de behandeling. Maar de rest was wel meer relaxed uit het avontuur gekomen. Het avondeten is weer in buffetvorm. De keuze is ruim, er is zelfs een toog met Indische gerechten (wat te pikant voor mij) en een redelijke selectie met kazen. Lekker. De bieren zijn hier wel duur : 200 Baht voor een kleine Singha.
Na het eten wisselt Bernard nog wat euro’s uit om een souvenir te kopen op de Kalare nachtmarkt. De keuze valt op een mooie piramidevormige lamp met bootmotief. Daarna keren we terug naar onze kamer. We internetten en kijken nog wat tv. Morgen mogen we eens uitslapen, we vertrekken pas om 8u30.
Hotel : Le Meridien – Chang Mai
Rond 6u30 opgestaan na een verkwikkende nachtrust. We maken ons klaar en zetten valies en rugzak buiten op de gang. Daarna gaan we ontbijten; het is reeds behoorlijk druk in het restaurant. Er is weeral ruime keus aan het buffet, inclusief een op maat gebakken omelet en zelfs gerookte zalm. Daarna gaan we nog ons gerief halen op de kamer en checken uit. De valiezen worden gescheiden : die voor Mae Hong Song en die voor Chang Mae die achterblijven. Opgelet dat we niet met de vuile was vertrekken ;-P
We rijden met 2 minibusjes naar de Wat Suan Dok. Deze koninklijke tempel is gebouwd als schrijn voor relikwieën van Boeddha. Manu vertelt de geschiedenis van het ontstaan van deze tempel. Een monnik bracht een heilige scepter met een relikwie van Boeddha naar deze plaats en liet die vallen. De scepter brak in twee stukken, maar als bij wonder groeiden de aparte stukken elk terug uit tot een nieuwe scepter. Men besloot om voor de eerste scepter hier een tempel te bouwen en een witte olifant met de 2de scepter op pad te sturen om te bepalen waar de 2de tempel zou worden gebouwd. Die liep een aantal dagen rond in de streek en liep tenslotte de Suthep berg op. Daar toeterde hij 3 maal en viel dood neer. De plaats voor de 2de tempel was gevonden.
Maar eerst bezoeken we de Wat Suan Dok hier in de vallei. We lopen door de begraafplaats met de kleine witte chedi’s die de as bevatten van koninklijke familie van Chang Mai. We schoppen nu onze schoenen uit om de tempel te bezoeken. Die is rijkelijk versierd en heeft een prachtig zittende Boeddha. De tempel heeft een heel open structuur en is gekend voor zijn meditatie cursussen.
We verzamelen en rijden met de minibusjes langs een 13 km lange kronkelende weg naar de Wat Phrathat Doi Suthep. Dit druk bezochte heiligdom kan je bereiken via een 200 treden tellende steile naga trap; wij kiezen echter voor het gemak en gaan met de cable car. We bezoeken eerst het binnenhof met de mooie gaanderij met antieke Boeddhabeelden die de vergulde centrale chedi omringen. Het weer is echter te slecht om vanaf het terras een goed uitzicht te hebben op Chang Mai. We zien er ook een groot houtsnijwerk paneel met Boeddhabeelden, olifanten, chedi’s en tempels. Prachtig ! Twee grote groepen nieuwe studenten volgen een plechtigheid als onderdeel van hun studenten doop. Die zien we wat later terug beneden waar ze om beurt een soort rondedans annex schreeuw wedstrijd houden en hierdoor het verkeer even ophouden. Het vertoont enige gelijkenis met de haka van het Nieuw-Zeelandse rugbyteam. Indrukwekkend !
Daarna keren we terug naar beneden voor de lunch. Dit keer is het buffet nogal internationaal getint. Manu kent de baas hier goed en kan voor ons een Thaise cognac als uitsmijter versieren. Daarna brengen de minibusjes ons naar het vlakbij gelegen vliegveld, waar we eerst door de bagagecontrole gaan en vervolgens de valiezen inchecken. Om 14u15 is dit achter de rug en kunnen we nog een uurtje relaxen in de Bangkok Air lounge. Daarna nog eens door de handbagage controle en even later op de bus naar ons kleine propellervliegtuig voor een 30 min durende vlucht naar Mae Hong Son. Aan boord krijgen we nog een worstenbroodje en vruchtensapje in de rapte en even later landen we probleemloos in de vallei van Mae Hong Son. We stappen uit in de gietende regen en krijgen prompt een geopende paraplu in de handen gedrukt. Goede service ! We wachten op onze valies en gaan naar buiten. Daar staan 3 pick-ups op ons te wachten : 1 voor de valiezen en 2 voor ons.
We rijden de heuvel op naar de Wat Phrathat Doi Kong Mu. Daar hebben we een prachtig uitzicht op het stadje en de korte start- en landingsbaan van de luchthaven. Die landingsstrip bestaat blijkbaar reeds sedert WO II en werd door de Japanners gebouwd. We bezoeken de verschillende tempelgebouwen met de 2 grote witte chedi’s in typische Shan architectuur. Rond 17u zien we ons vliegtuig met een nieuwe lading passagiers vertrekken richting Chang Mai.
We rijden nu naar de Golden Pai & Suite Resort, onze uitvalsbasis voor de volgende 3 dagen. We krijgen een fris welkomstdrankje en worden ondertussen druk gefotografeerd door de nieuwe eigenaar van het hotel. De ruime suites zijn mooi ingericht en we hebben een bakbeest van een airco. We verfrissen ons in de wel enigszins basic badkamer en trekken rond 19u naar de bar voor een aperitief, een Singha bier gaat er altijd wel in 🙂
Om 19u30 wordt het avondeten geserveerd, we worden deze keer bediend. Deze keer zijn er frieten, al zijn ze wel wat te hard gebakken. Blijkbaar zijn we de enige gasten in het hotel dat sedert de overname druk gerenoveerd wordt, het suite gedeelte waar wij logeren is reeds opgeknapt. Morgen vertrekken we om 8u op onze Padoung expeditie.
Rond 8 u begeven we ons naar de parking waar we onze fiets uitkiezen voor de fietstocht. De kwaliteit is bedroevend : het zijn eigenlijk kinderfietsen, de zadels kunnen niet hoog genoeg, versnellingen werken amper en de remmen dito. Toch begeven we ons op weg voor de 9 km lange rit naar de Phu Klon Mud Spa. Onze 2 pick-ups volgen met de bagage, drank en Anne die met haar zere knie niet mee fietst. We rijden door een afwisselend berglandschap langs een bochtige weg die met momenten nogal steil omhoog gaat. De vrouwen geven gauw op en nemen plaats in de pick-ups. Even later is het ook genoeg geweest voor Karel. We komen aan in Phu Klon Mud Spa, dat een country club is die verbonden is met ons resort.
Eerst bezoeken we de natuurlijke warmwaterbronnen. Het zwavelhoudende water borrelt hier uit de grond en heeft een temperatuur van 70 °C, warm genoeg om een kwartelei te koken. We wandelen nu verder langs een stijgende betonnen weg met weelderige vegetatie langs beide kanten. Manu is voortdurend op zoek naar spinnen en slangen. De spinnen vinden we in overvloed, de slangen niet. Gelukkig maar. We merken ook dat de bergwand hier en daar naar beneden is gekomen door de storm van de voorbije dagen. Ze zijn met een bulldozer druk in de weer om de weg terug vrij te maken. Na een 5 tal km hou ik het voor bekeken en stap in de pick-up. Ik ben niet de enige. De weg gaat nu steil omhoog en de overgebleven wandelaars hebben het lastig.
Uiteindelijk komen we aan in het dorpje van de Rode Karen, een subgroep van de Karen die de grootste etnische groep in Thailand zijn (650.000). Deze zijn hoofdzakelijk afkomstig uit Myanmar, maar zijn wegens oorlog en onderdrukking over de grens naar Noord Thailand uitgeweken. We maken een wandelingetje door het dorp en komen ook kinderen tegen die snoep, zeepjes en ballonnen krijgen. We gaan even het grote schoolgebouw van het dorp bekijken en krijgen de nodige uitleg van Manu.
Daarna keren we met de pick-ups terug naar de Mud Spa voor de lunch. Die is klaargemaakt en wordt geserveerd door het personeel van ons resort. Er is tonijn salade, groenten, gefrituurde kip en ook frietjes, al zijn die terug te hard gebakken. De kok zal toch eens op cursus moeten naar België 😉 Daarna krijgen we nog ananas en een chocolade cornet. Dan is het tijd voor een bezoekje aan de Mud Spa, waar we getrakteerd worden op een gezicht moddermasker. Er worden groepsfoto’s genomen van onze Zwarte Belgen, een bedreigde etnische minderheid 😛 Na het aanbrengen moet dat spul een half uurtje drogen, waarna het afgewassen wordt en je gezicht terug gehydrateerd wordt met een gezichtslotion. Dit zou verjongend moeten werken, maar veel heb ik er niet van gemerkt.
Vervolgens zetten we met de pick-ups koers naar Mae Aw, een dorpje vlakbij de grens met Myanmar. De inwoners zijn afstammelingen van de Chinese Kuomintang bevolking, die bij de stichting van de People’s Republic of China in 1949 zijn gevlucht naar deze streken. Midden het dorp is een groot meer en tegen de berghelling zijn de huisjes gebouwd met een soort mini Chinese Muur. Heel pittoresk. We zijn blijkbaar de enige toeristen in het dorp, de winkeltjes hebben niks te doen. Vreemd voor een zondag.
We stappen terug op onze pick-ups naar de volgende halte. Het is een vervelende rit van 1 uur; de vochtigheid heeft zijn tol geëist en iedereen zit er een beetje door. De pick-ups zijn ook niet echt comfortabel genoeg om een dutje te doen. We komen aan bij de mooie Pha Suea waterval die door de vele regen van de laatste dagen een groot debiet heeft.
Dan gaat het verder naar de Wat Su Thong Pae tempel die we via de langste bamboebrug van Thailand over de rijstvelden bereiken. Hier staan wat vreemde beelden bij elkaar : 3 apen horen zien en zwijgen, een Boeddha hoofd met 4 gezichten, … We zien er ontelbare wensen op bamboe plankjes hangen op de site. Het zicht vanop de hoger gelegen tempel op de rijstvelden is spectaculair.
We keren nu terug naar ons resort waar we rond 17u30 toekomen. Nog ruim de tijd voor een verfrissende douche of zwempartij. Na een uurtje begint het weer flink te regenen, net op tijd terug. We gaan rond 19u naar het restaurant. De meesten zitten reeds aan de aperitief en vermaken zich kostelijk over de Manu die Luc zijn speciale moddermasker heeft gegeven deze namiddag. De foto’s gaan de groep rond. Net Hitler. Hilarisch !
We worden voor het souper terug bediend. Er zijn spring rolls, soep, rijst met groentjes, een soort ribbetjes met sticky saus, gefrituurde kip en als dessert een groot stuk luchtig gebak. Nadat de gidsen afscheid hebben genomen, wordt beslist om op dinsdagavond de fooien te overhandigen aan Manu en Wit. Etienne zal een kleine speech geven met anekdoten uit de voorbije reis. Er is wat discussie over het bedrag van de tip, maar uiteindelijk wordt overeengekomen op 50€ per koppel. Tenslotte zijn de fooien voor de gidsen reeds in de reissom inbegrepen. Er wordt ook nog even gepraat over het programma van overmorgen : bezoek aan Mae Hong Son of de 3u durende trekking door het regenwoud. Heel veel kandidaten voor de laatste optie zijn er blijkbaar niet. Daarna trekken we ons terug naar de kamer. Morgen vertrekken we om 8u30.
We zijn ondertussen het harde bed al wat gewoon en hebben goed geslapen. Wit wekt ons terug met een klop op de deur. We maken ons klaar en gaan naar het restaurant. De meesten zitten reeds aan het ontbijten. We vertrekken om 8u30 naar het centrum van Mae Hong Son op een 10 tal km van ons resort voor een bezoek aan de plaatselijke overdekte markt. Hier wordt werkelijk alles van verkocht : groenten, vlees en vis, huishoudartikelen, kleren, … We lopen even door de beenhouwerij maar die lijkt voor ons Westerlingen niet al te hygiënisch en de reuk kan ons al helemaal niet bekoren. Er is zelfs een goud winkeltje. Manu vertelt ons dat de meeste Thai hun spaarcenten beleggen in goud omdat de spaarboekjes zoals bij ons niets meer opbrengen.
We vertrekken dan naar de zilveren Mon. Het dorp ligt op 1343 m en we komen er aan in een dichte mist. De storm heeft ook hier zijn sporen nagelaten, rotsblokken en modderstromen zijn van de berg naar beneden gekomen. Aan de ingang van het dorp zijn de schoolkinderen enthousiast bezig de modder van de toegangsweg op te ruimen. Ze doen dit blijkbaar liever dan les krijgen 😉 We wandelen het dorp binnen en komen eerst voorbij de kindercrèche. De peuters staren eerst nog wat met verbaasde ogen naar die vreemde mensen, maar algauw vinden de ballonnen en snoepjes gretig aftrek. We wandelen verder en zien de specifieke zwarte kledij met vleermuismotief aan de waslijnen hangen. Het valt ons op dat er heel veel afval op de grond rondslingert. We passeren een lokale smid die in zijn kleine smidse bezig is een hakbijl te smeden. De meeste mensen zijn aan het werk op de hellingen, enkel wat oudere mensen of jonge moeders met hun baby zijn nog in het dorp.
We dalen terug af voor de lunch in het Bai Fern Restaurant. Hier wordt een lokale specialiteit geserveerd ; gebraden kip gewikkeld in pandan bladeren. Heel lekker. We vinden er ook een kleine souvenirwinkel met draadpoppen. Achter in het restaurant vinden we nog een antieke grammofoon met enkele 45 toeren plaatjes, er zit zelfs een tussen van Deep Purple.
Na de lunch zetten we koers naar de Pai rivier. Net voor we daar aankomen breekt een heuse plensbui uit. We wachten een half uur tot de meeste regen is uitgevallen en stappen dan in 2 longtail boten (6 personen per boot) die ons in vliegende vaart naar de Padoung bergstam brengen. De vrouwen zijn vooral gekend om hun giraffennek, die tot 6 kg koperen ringen kan bevatten. Manu leert ons dat de vrouwen geen langere nek hebben dan gewone mensen. Hun sleutelbeenderen en bovenste ribben worden door de ringen naar beneden gedrukt, zodat de illusie ontstaat dat hun nek langer is. Zelfs nu nog zetten jonge meisjes in het dorp deze traditie verder. Maar het is wel een zachte marteling omdat die ringen zwaar op de beenderen drukken. We wandelen op het gemak door het dorp, nemen wat foto’s en kopen een souvenirtje. We keren vervolgens met de longtail boten terug. De zon is doorgebroken en iedereen geniet van dit onverwachte zonnebad. Zalig.
Daarna keren we terug naar Mae Hong Son en stoppen aan het café Crossroads, een echte bruine kroeg met een onvoorstelbare hoeveelheid prullaria. De echte liefhebbers (Karel & Evy, Luc & Marleen, Bernard & Frank en Manu) stappen af, de rest vertrekt naar het resort. We vliegen er stevig in : een uurtje en 4 Singha’s later vertrekken ook wij naar het resort. De douche doet deugd.
We worden om 19u30 op de bovenverdieping van het restaurant verwacht voor een typisch Shan diner. We doen onze schoenen uit en gaan met zijn allen aan lage tafeltjes zitten op een kussen op de grond. Dit keer geen put voor onze benen zoals in het Mandarin Orient Hotel in Bangkok. Wit demonstreert de perfecte kleermakerszit, wij proberen diverse variaties daarvan al naar gelang onze lenigheid. Voor mij persoonlijk zit dat wel ongemakkelijk. Het diner wordt opgeluisterd door 2 muzikanten die met Thaise snaarinstrumenten voor onze oren nogal monotone en soms valse muziek ten berde brengen. Het diner is uiterst verzorgd met lekkere soep, rijst, gefrituurde kip, gewokte groentjes, varkensreepjes in zoetzure saus en kip curry. Als dessert lychees en gefrituurde bananen. Lekker maar wel blij dat we weer recht konden gaan staan.
Voor we ons terugtrekken vertelt Manu nog de planning voor morgen. Hij, Wit, Anne, Etienne en een lokale gids vertrekken om 8u30 voor een afgezwakte trekking door het regenwoud. De rest van de groep wordt om 9u naar het centrum van Mae Hong Son gebracht voor een verdere verkenning.
Goed geslapen. We staan rond 6u30 op en nemen op het gemak een douche. Daarna wordt de valies klaargemaakt. We gaan ontbijten, we zijn de eerste. Druppelsgewijs komen ook de anderen toe. We krijgen het ondertussen vertrouwde ontbijt. Manu, Wit, Etienne en Anne vertrekken om 8u30 samen met een lokale gids voor een minder zware trektocht door het subtropisch regenwoud. De rest van de groep wordt om 9u met de pick-up afgezet in het centrum van Mae Hong Son aan café Crossroads, dat nu nog gesloten is. Daar wordt ook afgesproken om 11u30 voor de terugrit naar het resort.
We wandelen samen nog eens met zijn allen wat uitgebreider door de overdekte markt. De slagerij laten we links liggen, zo’n geur willen we ons geen tweede keer aandoen. Het is nog betrekkelijk rustig. We wandelen een eind verder langs de luchthaven. Bernard loodst ons met zijn Map My Run app richting het Chong Kham meer van de stad. Het uitzicht is er schitterend. Er zitten veel karperachtige vissen in het meer die blijkbaar gewoon zijn om gevoederd te worden. Je kan zelfs voor 20 Baht een zakje oud brood kopen. Vlak naast het meer liggen de Wat Chong Kham en Wat Chong Klang tweeling tempels. Die zullen we na de middag nog eens bezoeken. We wandelen samen met Luc en Maddy op het gemak rond het meer en komen nog een pittoresk geestenhuisje tegen. We krijgen dorst en besluiten terug te keren naar Crossroads. Die is jammer genoeg nog dicht, misschien zat ons bezoek van gisteren hier voor iets tussen 😉
We gaan dan maar even verder in Hotel Panorama één drinken. Letterlijk één want er zitten in zijn koelkast slecht 2 grote Chang bieren (65 Baht). Gelukkig krijgen we 4 glazen en kunnen we toch onze dorst lessen. Even later komen ook Karel, Evy, Luc en Marleen naar de pick-up afgezakt en even later vertrekken we naar ons resort. We springen nog rap even onder de douche (geen warm water meer) en gaan om 12u30 lunchen. We krijgen alweer lekkere Thaise gerechten geserveerd met dit keer als uitsmijter een ferme banana split. Dat smaakt !
Na de lunch rijden we met de pick-ups en de bagage naar het centrum van het stadje en voederen de vissen in het Chong Kham meer met brood. Dat brengt het nodige gespartel mee. Er zitten ook enkele kanjers tussen die het leeuwendeel van het brood opeisen. Daarna bezoeken we nog de Wat Chong Klang. Deze tempel is in hout opgetrokken met eenvoudige versieringen in typisch Birmaanse stijl. Binnenin zien we de bamboe Boeddha en de glasramen die het leven van Boeddha uitbeelden. We bezoeken ook nog het kleine museum waar een aantal curiosa bijeen zijn gebracht, zoals oude kaarten van Lana, geschriften met Lana teksten en een hele reeks houten beelden.
We vertrekken naar de luchthaven waar de valiezen reeds voor ons ingecheckt werden. We krijgen onze reispassen terug samen met de boarding pass. We zijn ruim op tijd en kunnen nog genieten van de koffie en gebakjes aangeboden door Bangkok Air. Het vliegtuig landt om 16u30 en 20 minuten later kunnen wij reeds aan boord. Om 17u vertrekken we voor een vluchtje van 30 min naar Chang Mai. We krijgen nog een kippenpasteitje en een glaasje sinaas voor we landen. Tien minuten later hebben we reeds onze bagage en we vertrekken met 2 minibusjes doorheen het drukke verkeer naar het Meridien hotel.
We krijgen deze keer een kamer op de hoogste 22ste verdieping en na ons rap verfrist te hebben vertrekken we om 19u naar het restaurant even buiten Chang Mai voor het afscheidsdiner. Etienne steekt namens de gehele groep een prachtige bedankingspeech af en Evy geeft de envelop met onze tips aan Manu. Die is danig van zijn melk en vindt niet direct een antwoord, wat we niet gewoon zijn van hem. Iedereen toost met een aperitief op het goede verloop van de reis. Daarna wordt het uitstekende diner geserveerd. Er is ondertussen animatie met Thaise muziek en dans. Om 21u wordt echter alles stopgezet en vertrekken de klanten uit het restaurant. Ons rest dan ook niets anders dan af te rekenen, dit keer met de kaart want de aperitieven en biertjes waren hier wel duur (1040 Baht). We rijden terug naar het hotel. Het is kalm op de weg en een kwartiertje later komen we reeds aan. We trekken ons terug op de kamer en relaxen nog wat voor we gaan slapen. De reis is bijna voorbij.
Hotel : Le Meridien – Chang Mai
Redelijk goed geslapen. Opgestaan om 6u30 en klaargemaakt voor het ontbijt. Het is reeds druk in het restaurant. We hebben weer een ruime keus uit het verzorgde ontbijtbuffet. Om 8u staan we klaar voor de rit naar het platteland waar we gaan fietsen tussen de rijstvelden. Karel, Evy, Luc en Marleen geven forfait en verkennen op het gemak de omgeving van het hotel. Wij rijden met 1 minibusje naar de fietsenverhuur.
Dit keer krijgen we deftige grote mensen fietsen waarmee we algauw langs rustige wegen en eindeloze rijstvelden peddelen. Onderweg stoppen we nog aan een klooster waar we prachtig houtsnijwerk zien op de deur en de vensterpanelen. Er staat ook een standbeeld van koning Naresuan, die als prins door de Birmanen werd ontvoerd en ze later zelf uit Noord Thailand verdreef. Even verder stoppen wij aan een houtsnijwerk atelier. Er worden veel olifanten in alle mogelijke maten gesneden, alsook mooie houten panelen. Hier krijgen we een koele frisdrank aangeboden. Onze derde stop is wat luguber : een atelier waar doodskisten worden gemaakt. Het is hier de gewoonte dat de doden gecremeerd worden en de kisten zijn dan ook gemaakt van goedkoop gummi hout, maar ze zijn wel prachtige versierd met zilver en goudkleurig papier. Onze lokale gids geeft onderweg de nodige uitleg over wat er zoal te zien is onderweg. Hij is blijkbaar gefascineerd door barbecue. Kippen, koeien, eekhoorns, honden en dode slangen : hij gooit het er allemaal op 😉
Op het einde van de fietstocht worden we nog overvallen door een fikse regenbui, zodat iedereen nog rap zijn regenvest of capuchon moet aantrekken. We zijn allemaal redelijk nat en keren met het minibusje terug naar het hotel. Daar nemen we een douche en trekken verse kleren aan. We maken onze valies klaar voor de terugreis. Uitchecken hoeft nog niet direct, daar onze kamer samen met die van Manu zal dienst doen als changing room. De anderen checken uit om 12u30 en zetten de valiezen in één van de changing rooms.
Daarna gaan we gezamenlijk lunchen in het hotel volgens de buffet formule. We genieten van de ruime keus; de fishsticks zijn heel lekker 🙂 Daarna zijn we nog tot 17u30 vrij. Wij willen nog wat de oude Chinese markt en omgeving verkennen. We worden algauw aangeklampt door een tuktuk chauffeur en even later zitten we in zo’n karretje en rijden wat rond in de oude stad. Rond 16u30 keren we terug naar het hotel om ons nog wat te verfrissen en ons in terugkeer tenue te zetten. Daarna checken we uit en verzamelen in de lobby. Manu bedankt Wit uitvoerig voor zijn inzet en vele werk achter de schermen en krijgt van hem ook een envelopje.
Daarna vertrekken we met 2 minibusjes naar de internationale terminal van het vliegveld van Chang Mai. We gaan met de bagage door de ingangscontrole zonder problemen. We checken vlot in en nemen aan de immigratiecontrole hartelijk afscheid van onze 2 sublieme gidsen Manu en Wit. Daarna nog door de handbagage controle en we wachten nog even aan de gate voor onze vlucht naar Bombay om 20u50. Aan boord krijgen we nog een broodje kip en een fruitsapje en een goed uur later landen we in Bombay.
Daar volgen we de C.I.Q route voor de transfervlucht naar Brussel. We moeten wel nog eens door de handbagage controle en spelen bijgevolg de frisdrank kwijt die we kochten met onze laatste Baht centen 🙁 We begeven ons naar de gate en kopen wat taxfree sigaretten voor Bernard. Daarna is het wachten op onze vlucht. Ik houd mij bezig met wat grappen door te sturen via Whatsapp naar Luc en Bernard. Rond middernacht worden onze boarding passen gecontroleerd en mogen we naar de eigenlijke wachtruimte aan onze gate.
We nemen hartelijk afscheid van onze medereizigers en ieder gaat zijn weg. Wij keren met de trein terug, maar eerst gaat Bernard in de rapte zijn eerste sigaretje sedert ettelijke uren roken. We nemen de trein van 8u13 naar Izegem en komen daar om 10u07 aan. We worden opgehaald met de auto en leveren Bernard terug af in Emelgem. De vakantie zit erop, nu enkel nog de vuile was in de machine en het grote werk van het reisverslag en de foto’s voor Effevee’s Reisblog.
Dag Frank en Bernard,
Ik heb weeral erg genoten van jullie mooie fotoreportage en bijhorend reisverslag.
Dus van harte een dikke dank u wel.
Vele groetjes aan jullie beide.
Nicole
Graag gedaan Nicole,
We kijken ook steeds met belangstelling uit naar jouw reisverhalen 🙂